Waneer is er sprake van een fobie?
Een fobie is meer dan ‘gewoon bang zijn’. Er is sprake van een fobie wanneer iemand een sterke, vaak irrationele angst ervaart voor een bepaald object, dier, situatie of activiteit. Deze angst kan zo heftig zijn dat het dagelijkse leven erdoor wordt beïnvloed. Soms gaan fobieën gepaard met paniekaanvallen, maar dat hoeft niet altijd.
Kenmerkend voor een fobie is ook de angst voor de angst: de vrees om opnieuw angstig of in paniek te raken kan op zichzelf al verlammend werken. Hierdoor ontstaat vaak vermijdingsgedrag. Iemand gaat plekken, situaties of activiteiten uit de weg die de angst zouden kunnen oproepen, ook al weet diegene vaak dat de reactie overdreven is.
Samengevat: bij een fobie draait het niet alleen om de angst zelf, maar ook om de voortdurende bezorgdheid over die angst en de beperkingen die ontstaan door het vermijden ervan.
Veelvoorkomende fobieën
-
Agorafobie – Pleinvrees / angst voor openbare ruimten of drukke plaatsen
-
Claustrofobie – Angst voor kleine of afgesloten ruimten
-
Acrofobie – Hoogtevrees
-
Arachnofobie – Angst voor spinnen
-
Cynofobie – Angst voor honden
-
Ornithofobie – Angst voor vogels
- Ailurofobie - Angst voor katten
-
Musofobie / Murifobie - Angst voor muizen en ratten
-
Trypanofobie – Angst voor naalden of injecties
-
Hemofobie – Angst voor bloed
-
Nyctofobie – Angst voor het donker of de nacht
-
Aerofobie – Angst om te vliegen
-
Dentofobie – Angst voor de tandarts
-
Emetofobie – Angst voor overgeven
- Astraphobie / Brontofobie - Angst voor donder/bliksem
- Amaxofobie - Rijangst
- Etc...